Beeldend

Reflectie Oost-Indische inkt

Betekenis:
We moesten het monster van Loch Ness maken. Bij een monster denk ik meteen 
aan iets engs. Een eng monster ziet er naar mijn mening als volgt uit: Grote mond, scherpe tanden, 
stekelige vacht en een reusachtig postuur.
Aan de hand van een afbeelding van een grote dino heb ik mijn monster van Loch Ness gemaakt. 
Ik heb hem scherpe tanden gegeven, donkere ogen en een stekelige vacht.

Vorm:
Ik heb de ogen van het monster en de tanden van het monster zwart gemaakt. 
Hierdoor springen de tanden en ogen echt naar voren. Ik heb daar namelijk dicht op elkaar gemaakt 
kruisjes gezet. De rest van de vacht heb ik met driehoekjes aangegeven. Aan de rand heel klein en in 
het midden wat groter. De driehoeken hebben punten waardoor het monster er erg stekelig uitziet.
Ik heb achter het monster een maan gemaakt, zodat het monster er extra groot uitkwam. De maan 
heb ik met ecoline geel gemaakt zodat het hoofd van het monster goed naar voren te laten brengen. 
Voor de achtergrond heb ik zwarte ecoline gebruikt zodat het eruit zag alsof hij in de donkerste 
nacht op pad was gegaan.

Materie:

Ik ben begonnen met een potlood. Met het potlood heb ik de omtrek van het monster geschetst en ik 
heb de tanden en ogen erin gemaakt.
Vervolgens ben ik met de kroontjespen kruisjes gaan zetten voor de ogen en driehoeken voor het lijf.
Tot slotte heb ik met ecoline het monster, de maan en de achtergrond gemaakt. Met ecoline heb ik 
geleerd dat je niet te veel moet pakken maar dat je voor een kleine oppervlak maar heel weinig ecoline 
nodig hebt.
Verder had ik nog nooit met ecoline gewerkt dus dat was voor mij een hele nieuwe maar leuke ervaring.

Beschouwing:

Voordat ik begon aan het monster heb ik eerst wat 
afbeeldingen gezocht op het internet. Zo kon ik een beetje zien 
hoe een monster er nou eigenlijk uitziet en wat nou specifieke 
kenmerken zijn van een monster.
De afbeelding die je hiernaast ziet heb ik gebruikt ter inspiratie. 
Ik vond hem er erg eng uitzien en het was duidelijk te zien dat hij eng is. 
De ogen waren bijna niet te zien en de vacht zag er nou niet bepaald lekker uit om te aaien. Als ik hem in het wild tegen zou komen zou ik echt keihard weg rennen.

Werkwijze:

Ik had wel al eerder met een kroontjespen gewerkt. Ik wist dan ook dat je niet te hard moet drukken want 
anders splijt je de punt en gaat de kroontjespen kapot. Wel heb ik voor het eerst niet de inkt uit het potje 
gehaald, maar uit de dop. Zo wist ik zeker dat ik niet te veel inkt op mijn pen kreeg. Dit zorgde er ook voordat 
de lijnen niet veel verschilde van grootte.
Ecoline was wel de eerste ervaring. Ik vind dat ecoline een hele mooie kleur geeft aan de tekening en het er 
echt voor zorgt dat de tekening net iets meer af lijkt.

Onderzoek: 
Stap 1: Ik ben begonnen met het zoeken van een plaatje dat geschikt was om te gebruiken bij 
mijn zelfgemaakte monster. Deze afbeelding kan je zien bij de beschouwing.

Stap 2: Ik ben het lijf van het monster gaan schetsen zonder daar nog een detail aan te geven.








Stap 3: Vervolgens ben ik de tanden en ogen gaan maken. Dit was nog steeds met potlood.








Stap 4: Ik ben begonnen om met de kroontjespen de ogen van het monster weer te geven.








Stap 5: Vervolgens ben ik het hele dier van driehoekjes gaan voorzien en heb ik de rest van 
het monster met de kroontjespen afgemaakt.








Stap 6: Als eerste heb ik het monster met ecoline een kleur gegeven. Ik ben de kleuren blauw 
en paar gaan gebruiken. Ik heb voor deze twee kleuren gekozen omdat het twee kleuren waren 
die goed bij elkaar paste en niet te licht waren. Daarna ben ik de maan geel gaan maken met ecoline.








Stap 7: Tot slot heb ik de achtergrond zwart gemaakt.








Reflectie 3D dieren

Betekenis:
De betekenis lag hem vooral in de verschillende dieren die je mocht gebruiken. Je kon zelf 
bepalen welke dieren. Dit zorgt ervoor dat je de leerlingen al betrokken houdt. Ik merkte 
namelijk dat ik meteen enthousiast aan het werk ging en twee dieren die ik graag bezoek 
in de dierentuin heb uitgekozen om te gebruiken in mijn werkstuk. De olifant en de giraf.

Vorm: 
De vorm was 3D. Je kan het dier aan allebei de kanten bekijken. Je ziet dan alsnog welke 
dieren het zijn. Zo hebben wij de bovenkant van een olifant gekozen. Dat kun je zien aan 
de grote oren, slurf en slagtanden van de olifant.
Aan de onderkant hebben we de giraf verwerkt. Dit kan je zien aan de lange poten die wij 
gemaakt hebben. 

Materie:
We hebben vooral gewerkt met karton, een mesje om het karton mee te snijden. Een matje 
waar het op lag. Verder hebben wij wil papier gebruikt.
Ik vond het leuk om met dat materiaal te werken. Vooral omdat dat iets is waar je toch minder 
snel mee werkt. Vaak is het gewoon verf en papier of potloden. Nu was je echt bezig om iets te 
maken wat eventueel kan staan of wat je van meerdere kanten kan bekijken.
Materiaal wat misschien ook wel handig was geweest was een liniaal. 1 van de docenten kwam 
daarmee en toen dacht ik oja het is veel handiger om een liniaal te gebruiken. Ten eerste is het 
veel makkelijker om recht te snijden en ten tweede is het ook veel sneller. Net als de lijnen die 
we met potlood getekend hadden. Die hadden we met de liniaal net wat rechter kunnen doen 
en misschien waren de poten van de giraf dan wel blijven staan.

Beschouwing: 

We kregen van de docent verschillende foto’s te zien waarin twee dieren een dier werd. 
Daar werd je mee geholpen en geënthousiasmeerd omdat het er erg leuk uit ziet. Omdat het er 
leuk uitziet zou ik het graag willen maken.
Ik dacht toen na over wat vind ik nou mooie dieren en heb deze dieren opgezocht zodat we een
idee hadden hoe het er precies uitzag.





















Werkwijze:

Ik had wel al eens eerder met dit materiaal gewerkt, maar ik heb daar nooit een 3D beeld 
van gemaakt. Het was voor mij wel een compleet nieuwe opdracht. 
Ik heb ontdekt dat het best lastig is om alle precies in elkaar te zetten.
Als je het bedenkt denk je van, dat komt wel goed, maar als je dan alle stukken hebt en het 
in elkaar wil zetten ontdek je dat iets net niet past. We moesten daarom de poten van de giraffen 
opnieuw maken, want we merkte dat ze niet bleven staan. Uiteindelijke hebben we geprobeerd een 
vouw te maken waardoor hij meer grip had, maar het bovenlijf bleef toch te zwaar. We hebben hem 
daarom uiteindelijk maar neergelegd.
Vrijwel aan het einde kwam de docent met een liniaal en toen dacht ik wel, waarom heb ik hier nou
niet aan gedacht.
In principe ging het wel goed zonder liniaal, maar met liniaal zou alles net iets strakker geweest zijn.
Het in elkaar zetten van het 3d dier was nog best lastig. Dit omdat de voeg stukjes precies goed 
moesten zijn om het er in te krijgen. Maar naarmate je er mee aan de slag ging, ging het wel een stuk 
beter en op een gegeven moment hadden we er niet echt problemen mee.

Onderzoek:
Stap 1: We zijn begonnen met het opzoeken van de plaatjes. De plaatjes die we gekozen hebben kan je zien bij de beschouwing.

Stap 2: Eerst hebben we alle dingen die we nodig hadden getekend op een papiertje om een beetje te kijken hoe we het precies wilde hebben. Daarna hebben we het op het karton getekend.

Stap 3: We zijn de tekening gaan uitsnijden met het mesje. Alle onderdelen hadden we uitgesneden. De verdeling was als volgt. Terwijl de een aan het tekenen was ging de ander snijden en na een tijdje werden de rollen omgedraaid.
















Stap 4: Aan het eind zijn we allen in elkaar gaan zetten zodat er een mooi dier uitkwam. Eerst deden we de losse onderdelen zoals de poten en de slurf en tot slot zette we de rest van het dier in elkaar.















Lesvoorbereiding kleien

1 Onderwijsdoel:

Betekenis:De leerlingen leren dat wachten/geduld hebben vaak voorkomt in het dagelijkse leven. Verder leren ze hoe je aan mensen kan zien dat ze aan het wachten zijn.

Vorm:
De leerlingen leren dat de klei uit een geheel is opgebouwd en dat ze de klei zo min mogelijk uit elkaar moeten halen. Ze gaan vanuit een vloeiende beweging een poppetje creëren die aan het wachten is.

Materiaal/techniek:
De leerlingen doen ervaring op met klei. Verder hebben ze een onderlegger nodig waarop de klein neergezet wordt. Verder krijgen ze materialen waarmee ze dingen weg kunnen snijden, of het werkje glad kunnen maken.
Beschouwing:
De leerlingen leren kijken naar hoe een lichaam uitdrukking geeft dat hij aan het wachten is. Ze kijken naar de afbeelding en gaan eerst aan de hand van een tableau vivant wachtende nadoen. De houdingen worden goed besproken en bekeken.
Werkwijze:
De leerlingen kneden de klei en verdelen de massa door er op te duwen of er in te kneden. Details kunnen ze met een stokje tekenen of drukken. De leerlingen proberen de klei zo heel mogelijk te houden.

Onderzoek:
De leerlingen zoeken naar een wachtende houding door die zelf aan te nemen. Deze houding gaan ze vervolgend in de klei verwerken. Verder zoeken de leerlingen naar mogelijkheden om textuur verschillen toe te passen.


2 Lesopbouw:

Oriëntatie:
1 Introductie:    We gaan een monument der wachtende maken. Deze gaan wij maken met klei en het wordt een ruimtelijk beeld. Later kunnen wij er een groep van maken die aan het wachten is. Hoe zou je de houding kunnen overdrijven van een monument? Wie wil/kan dat even voor mij uitbeelden? 2 Informatie:    Ik ga de kijkvoorbeelden laten zien van Charlotte van Pallandt en Rik Wouters en vraag wat de leerlingen opvalt. Ik laat de leerlingen de beelden bekijken vanuit verschillende hoeken.
3 Instructie:      Ik ga de leerlingen uitleggen hoe je met klei te werk gaat. Wat je straks als eerste gaat doen is de klei even goed kneden. Dan duw je globaal 5 bolletjes waar je de armen, benen en het hoofd van maakt. Zorg ervoor dat de bolletjes ongeveer even groot zijn. Daarna ga je de richting van de armen en benen bepalen. Voorkom zoveel mogelijk losse delen als je straks aan het werk gaat. Maak eerst de grote lijn en ga dan werken aan de details. Jullie mogen nu eest de klei goed gaan kneden. De materiaal bazen mogen voor elk groepje de klei halen en op de onderzetter neerleggen. De onderzetter heb ik van te voren al uitgedeeld.

Begeleiding:
De leerlingen mogen rustig gaan ontdekken wat ze willen maken. Laat ze eerst maar de massa verdelen en goed kneden. Daarna kunnen ze beginnen met het bepalen van de houding. Tussendoor laat ik zien dat je de ledematen ook aan het lichaam vast kan laten houden. Terwijl ik rond loop let ik goed op hoe de leerlingen de richting van de ledematen doen en geef ze eventueel een tip als dat nodig is. Ze moeten er bijvoorbeeld rekening mee houden dat als ze het poppetje willen laten staan een ondergrond moeten maken zodat hij niet omvalt. Vervolgens zeg ik tegen de leerlingen dat ze hun poppetjes van alle kanten moeten bekijken. Zijn er aan alle kanten vormen? Als dat zo is mogen ze de detail gaan maken. Zelf heb ik bijvoorbeeld het detail gemaakt dat hij aan het lezen is. Leerlingen die klaar zijn mogen de spullen vast opruimen.














Afronding:
De leerlingen mogen alle beeldjes in het midden van de klas zetten. In het midden van de klas heb ik een tafel gemaakt met placemats als ondergrond. Dit zodat de tafel niet onder komt te zitten. Ik bespreek met de leerlingen de beeldjes. Een paar leerlingen zal ik vragen wat ze gemaakt hebben en of ze er wat over kunnen vertellen. Als ze het moeilijk vinden er iets over te vertellen dan zal ik ze een paar vragen stellen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten